Elke roeping is anders, dat blijkt ook uit de diverse roepingsverhalen die her en der te lezen zijn. Hieronder vertellen twee zusters van de Karmelietessen van het Goddelijk Hart van Jezus hun roepingsverhaal.
Mijn kloosternaam is zuster Maria Gratia van de Goddelijke Barmhartigheid. Een naam die voor mij sterk samenhangt met mijn roeping: Maria Gratia “Moeder van de Goddelijke Genade”. Maria, mijn moeder, en Genade en Barmhartigheid, die ik van God op mijn levensweg ontving, en nog dagelijks ontvang.
Over roeping heb ik als kind nooit nagedacht. Hoewel ik wel in God geloofde, was dit een niet praktiserend Katholiek geloof. Het was meer een innerlijk, haast onbewust iets, wat pas weer wakker geschud werd toen ik op 17/18-jarige leeftijd ernstig ziek werd. In de tijd dat ik met de ziekte van Lyme (Borreliose), waar ik toen nog geen diagnose voor had, bijna niets anders kon doen dan nadenken, ging ik mezelf ook levensvragen stellen. In het begin was er onbegrip, boosheid, verdriet. Maar gek genoeg veranderde dat na verloop van tijd juist in een verlangen Hem te leren kennen. Een oude kinderbijbel en het internet waren de eerste stappen die ik nam. Ook begon ik weer te bidden.
Via een Katholieke jongerengroep kwam ik in contact met zusters en paters van een actieve en nog relatief jonge congregatie. Wij bezochten de zusters in hun klooster, dicht bij ons in de buurt. In deze tijd, ik was toen denk ik een jaar of 22, was er in mijn hart al een stil, nog haast onbewust verlangen wat ik nog in geen woorden kon benoemen. Een soort verliefdheid, die nog sluimerend was. Hier maakte ik voor de allereerste keer de Aanbidding van het Heilig Sacrament en de Vespers (=kerkelijk avondgebed) mee. Ik had geen idee van wat (beter gezegd: wie) ik zag in de Monstrans, maar ondanks dat, maakte het toch indruk en voelde ik me hier thuis.
Toen er daar een retraite voor vrouwen georganiseerd werd, mocht ik na overleg met de overste, ondanks dat ik zo ziek was, toch mee doen. Het was een verkorte vorm van Ignatiaanse retraite, die mijn leven voorgoed zou veranderen. Na de retraite werd het contact met God steeds persoonlijker en intensiever, het geloof kreeg een steeds belangrijkere plaats in mijn leven. Ik bad de rozenkrans, ik las nog meer in de Bijbel, was actief op Katholieke internetsites, en natuurlijk was ik nog steeds bij de jongerengroep. Ook hield de gedachte me steeds vaker bezig, om het klooster in te gaan, maar er was nog veel onzekerheid over, vooral in verband met mijn gezondheidstoestand. Ik wist niet of ik me iets inbeeldde, of dat het echt de roepstem van Jezus was die me deze gedachte in gaf.
Nadat ik bij een andere arts eindelijk de juiste diagnose gekregen had van mijn ziekte, kreeg ik een behandeling waardoor ik opknapte. Dit ging zo snel, dat zelfs de dokter er versteld van stond.
Toen ik op een keer bij de Aanbidding was, voelde ik innerlijk heel sterk dat het Jezus zelf was die me uitnodigde om het klooster in te gaan, en in mijn hart zei ik hierop al ja. Het duurde alleen nog een tijd, eer ik de plek gevonden had, waar ik dan in moest treden. Na een tweede retraite, werd het voor mij duidelijk dat die plek de Carmel van het Goddelijk Hart van Jezus was.
Nu leef en werk ik als geprofeste zuster sinds 2012 in ons klooster in Vogelenzang. Mijn roeping in een zin omschrijven, zou zijn: de liefde die God mij gegeven heeft verder dragen. Dit door elke dag weer antwoord te geven op Zijn opdracht voor mij, die nooit veranderd, maar telkens vernieuwd, omdat het leven niet stil staat. Het werk kan veranderen, maar de stabiele factoren, het gebedsleven en de liefde, blijven. Het is een weg die niet altijd gemakkelijk is, maar die me wel gelukkig maakt, elke dag weer.
Mijn naam is Zr. Elvira Maria van de Eucharistie. In het eerste jaar van mijn muziekstudie Zang en Piano kwam ik tijdens een Masterclass in contact met religieuze liederen. Dat is een keerpunt geweest in mijn leven, ik ging nadenken over God en het geloof.
Al jaren lang was ik op zoek naar iets groter dan wat ik direct om mij heen zag en ervoer. Ik vond in de Katholieke Kerk het antwoord. In het begin dacht ik nog dat een religieuze roeping te combineren was met een muziekcarrière, maar God wilde meer. Ik vocht als een leeuw en probeerde ook onder een kloosterroeping uit te komen. God was sterker en overwon. Tijdens een liederenavond in de Doelen kwam de klap. Tussen twee liederen-blokken in, in een moment van concentratie en inspiratie hoorde ik een innerlijke stem: “Wat sta je hier in Godsnaam te doen?”.
Ik wist dat er iets groters in mijn leven was gekomen en dat was de uitnodiging van Jezus om Hem van heel dichtbij te volgen en Zijn bruid te worden. Ik hing mijn concertjurken aan de wilgen en trad in. Het was spannend en niet gemakkelijk om mijn grootste droom achter mij te laten, mijn tientallen leerlingen te vertellen dat ze een andere docent moesten zoeken, mijn geliefde koorleden in de steek te laten, maar er was iets groters en ik moest gehoor geven aan een steeds sterker wordende stem: “Kom volg Mij!”
Mijn roeping is om helemaal op God te vertrouwen, te geloven dat deze weg goed is en helemaal Gods wil. Op dit moment ben ik provinciaal overste van de Nederlandse Provincie van onze congregatie. Klinkt echt belangrijk, maar het valt echt reuze mee. Het komt er op neer dat ik overste ben in ons klooster in Vogelenzang en leiding geef aan de zustergemeenschap en de medewerkers van ons huis Casa Carmeli.
Hoe ik me nu voel over het leven met deze roeping? Ik moet er een beetje om lachen. Ik zie nu dat het leven als zuster minstens zo opwindend en afwisselend is als het leven op het podium. Dit is misschien niet te geloven maar ik zou zo zeggen: “Kom en zie!”